Bananabread zit een beetje tussen cake en brood in qua structuur. Met als voordeel dat het net zo gemakkelijk te maken is als cake. Je hoeft er niet voor te kneden of het te laten rijzen. Je hoeft alleen de bananen te prakken en de ingrediënten door elkaar te mengen. Even in de oven en je hebt een heerlijk tussendoortje voor bij de koffie.
Ik vind het altijd lekker om aan een cake met fruit een wat kruidiger tintje te geven als tegenhanger voor het zoete. Dus daarom heb ik kaneel en kardemom gebruikt. Daarnaast is dit recept volledig lactosevrij en vegan.
Ingrediënten bananabread
Voor één bananenbrood in een bakblik van 18 cm heb je nodig:
- 200 gram bloem
- 3 theelepels bakpoeder
- Een snufje zout
- 25 gram suiker. Ik gebruik kokosbloesemsuiker, zodat het bananenbrood niet te zoet wordt.
- 50 ml zonnebloemolie
- 50 ml amandelmelk
- 3 rijpe bananen
- 2 theelepels kaneel
- 1 theelepel kardemom
- Een handje pecannoten, fijngestampt (walnoten kan ook)
- 1 theelepel kardemom
Bananenbrood maken – Bereiding
Verwarm de oven voor op 175 graden en bedek het bakblik met bakpapier.
Neem 2 bananen en prak die, in een grote kom, fijn met een vork. Meng de olie en de (kokosbloesem)suiker erdoorheen.
Meng in een andere kom de bloem, bakpoeder, kaneel, kardemom en zout.
Voeg vervolgens het bloemmengsel beetje bij beetje toe aan de geprakte en meng het goed met een garde.
Meng er daarna de amandelmelk doorheen. Spatel tot slot de gehakte pecannoten door het beslag.
Giet het beslag in de bakvorm en smeer het met een spatel goed uit richting de hoeken.
Neem de derde banaan. Snijd deze in de lengte doormidden en leg de helften met de platte kant naar beneden op het beslag. Druk voorzichtig een beetje aan.
Bak het bananabread in 45 tot 50 minuten gaar in de oven.
Laat het bananenbrood 10 minuten afkoelen buiten de oven. Haal het daarna uit de vorm en leg het op een bord om verder af te koelen.
Smullen maar!